Statenvertaling
Daartoe ook het altaar, dat te Beth-El was, en de hoogte, die Jeróbeam, de zoon van Nebat, dewelke Israël zondigen deed, gemaakt had; te zamen dat altaar en die hoogte brak hij af; ja, hij verbrandde de hoogte, hij vergruisde ze tot stof, en hij verbrandde het bos.
Herziene Statenvertaling*
En ook het altaar dat in Bethel stond, en de offerhoogte die Jerobeam, de zoon van Nebat, die Israël deed zondigen, gemaakt had – ook dat altaar en die offerhoogte brak hij af; ja, hij verbrandde de offerhoogte, verpulverde die tot stof en verbrandde de gewijde paal.
Nederlands Bijbelgenootschap 1951**
Ook het altaar te Betel (de offerhoogte welke Jerobeam, de zoon van Nebat, die Israël deed zondigen, gemaakt had) ook dat altaar, die hoogte, haalde hij omver; hij verbrandde de hoogte, verpulverde ze tot stof en verbrandde de gewijde paal.
King James Version + Strongnumbers
Moreover H1571 ( H853 ) the altar H4196 that H834 was at Bethel, H1008 and the high place H1116 which H834 Jeroboam H3379 the son H1121 of Nebat, H5028 who H834 made ( H853 ) Israel H3478 to sin, H2398 had made, H6213 both H1571 ( H853 ) that H1931 altar H4196 and the high place H1116 he brake down, H5422 and burned H8313 ( H853 ) the high place, H1116 and stamped it small H1854 to powder, H6083 and burned H8313 the grove. H842
Updated King James Version
Moreover the altar that was at Bethel, and the high place which Jeroboam the son of Nebat, who made Israel to sin, had made, both that altar and the high place he brake down, and burned the high place, and stamped it small to powder, and burned the grove.
Gerelateerde verzen
1 Koningen 14:16 | 1 Koningen 21:22 | 2 Koningen 23:6 | 2 Koningen 10:31 | 1 Koningen 15:30 | 1 Koningen 12:28 - 1 Koningen 13:1